Pien Hoveling tafelgast van Minister President Rutte op het Catshuis in Den Haag

15-02-2018

Mbo-studenten zijn hard nodig voor de toekomst van Nederland. Nu de economie weer aantrekt groeit ook de vraag naar mbo-studenten in diverse branches. Ook het recente SER advies 'Toekomstgericht Beroepsonderwijs' komt tot de conclusie dat mbo-studenten essentieel zijn voor de toekomst van Nederland. Dit betekent echter niet dat er geen uitdagingen zijn op dit gebied.

​Op dit moment ziet het mbo een aantal belangrijke vraagstukken: De spanning tussen generiek en (beroep)specifiek opleiden. Specifiek opleiden leidt op korte termijn tot de beste kansen op werk in veel (maar niet alle) sectoren. Anderzijds is het de vraag, gezien de steeds snellere ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, of specifiek opleiden mbo-studenten wel een voldoende brede basis biedt om in de toekomst duurzaam aan de slag te blijven. Zijn studenten dan voldoende wendbaar op de arbeidsmarkt en in de maatschappij?

De uitdaging voor bedrijven en scholen om (nog) beter samen te werken. Waar lopen bedrijven en scholen tegenaan bij het gezamenlijk organiseren van goed beroepsonderwijs? Hoe kan het onderwijs en de beroepspraktijk meer innovatieve (hybride) vormen van samenwerking aangaan? En hoe kan de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) verder worden gestimuleerd, juist ook in sectoren waar deze nu nog niet van de grond komt?

Ervaren scholen en leerbedrijven vanuit het mbo-stelsel voldoende ruimte om snel in te kunnen spelen op veranderingen op de arbeidsmarkt? En is er voldoende ruimte om innovatie in het onderwijs aan te kunnen brengen? En bieden de mbo-keuzedelen voldoende ruimte om in te spelen op de vragen/ontwikkelingen in de regio? 

​Catshuissessie 12 februari
​Om een beter beeld te krijgen van deze vraagstukken zijn de minister-president en de minister van OCW in gesprek gegaan met enkele mbo-studenten, docenten, vertegenwoordigers vanuit het leerbedrijven, opleidingsmanagers en bestuurders (circa 20 in totaal) tijdens een discussiebijeenkomst. 

Skills Wereldkampioen Pien Hoveling was een van de 2 mbo-studenten die aan tafel zat bij deze discussie. Ze vond het heel bijzonder om aanwezig te zijn en ook een bijdrage te leveren aan de discussie. Hoveling: "het imago van het mbo moet niet beter worden, maar de nadruk moet juist liggen op dat mensen weer een echt beroep willen leren. Iedereen vindt het mbo altijd minder dan hbo of universitair. Eigenlijk vinden leerlingen en studenten de naam 'school' sowieso niet heel leuk, welk niveau het ook is. Je moet je dus niet focussen om het mbo een betere naam te geven en zo mensen te overtuigen om een opleiding op dit niveau te gaan volgen. Focus juist op die super leuke beroepen. Als iemand echt een bepaald beroep wil uitoefenen, maakt het niet uit of het mbo is of hbo. Het gaat om de beroepen, die moeten op de kaart worden gezet om zo mensen naar het mbo krijgen."